Pronouns

Persoonlijke voornaamwoorden


Enkelvoud Meervoud Formal (singular and plural)
Hoofd/Kleineletters Eerste persoon Tweede persoon Derde persoon Eerste persoon Tweede persoon Derde persoon Tweede persoon
(English nominative) Ik you (thou) hij it (null) zij wij you they you
Nominative(subject) ich du er es sie wir ihr sie Sie
Accusative (direct object) mich dich ihn uns euch
Dative (indirect object) mir dir ihm ihr ihnen Ihnen
Genitive meiner
(mein)
deiner
(dein)
seiner
(sein)
ihrer unser euer ihrer Ihrer

The above table from Wikipedia shows personal pronouns for each of the 4 grammatical cases. As can be seen, pronouns in German change depending on the case. Special attention should be given to differentiate 'sie' (she) from 'Sie' (they, or formal you).

Beginners moeten zich niet te veel zorgen maken over de verschillende soorten. Je zal deze voornaamwoorden vaak tegenkomen, waardoor je er snel vertrouwd mee zult zijn.

Bezittelijke voornaamwoorden


Niet-verbogen vormen
m.,n. sg. f. sg. pl. courtesy
1st persoon mein unser
2e persoon dein euer lhr
3e persoon sein ihr ihr

Possessive pronouns, like adjectives, can take endings depending on the gender and case. The above table shows the uninflected forms. Don't worry too much about memorizing the declensions, and instead just try to recognize which pronoun refers to which person.

Wederkerige voornaamwoorden


There are also reflexive pronouns for the dative case and the accusative case (reflexive pronouns for the genitive case are possessive pronouns with a "selbst" following after them). In the first and second person, they are the same as the normal pronouns, but they only become visible in the third person singular and plural. The third person reflexive pronoun for both plural and singular is: "sich":

    "Er liebt sich". (Hij houdt van zichzelf.)

    "Sie verstecken sich". (Zij verbergen zichzelf.)

Wederkerende voornaamwoorden kunnen niet alleen gebruikt worden voor persoonlijke voornaamwoorden:

    "Sie hat sich ein Bild gekauft." (Ze kocht een foto voor zichzelf.)

    "Seiner ist schon kaputt." (De zijne is al gebroken.)

Er kunnen hier nog meer details over voornaamwoorden worden toegevoegd, maar dit zou genoeg moeten zijn om je op weg te helpen. Concentreer je zoveel mogelijk op het lezen en luisteren en dan zullen de voornaamwoorden snel een tweede natuur worden.